Arthur Michelson, gered uit de duisternis (1886-1968)

Ik werd in 1886 geboren in Kronach, in het oosten van Duitsland. Mijn vader was een succesvolle zakenman en hij nam het Judaïsme heel ernstig. Hij was erg bezorgd over mijn wereldse opleiding, maar was zeer zorgvuldig wat mijn religieuze opleiding aanging. Hij herinnerde me er vaak aan dat ik een Jood was en dat ik het Joodse volk altijd moest respecteren. Ik leerde ook om mij aan alle tradities en ceremoniën te houden en ik ging bijna elke dag met mijn vader naar de synagoge. Mijn jeugd was gevuld met het bestuderen van Hebreeuws, de Talmoed en andere Joodse boeken.

Veranderde inzichten

Er volgde een leven van intensief studeren aan de universiteit. Ik ging rechten studeren en ik studeerde ook andere vakken zoals filosofie. Tijdens mijn studie op de universiteit veranderden mijn religieuze inzichten totaal. De filosofie van Nietzsche zorgde ervoor dat ik alle religie verwierp. Ik dacht dat we slechts enkele filosofische principes nodig hadden: recht doen aan onze naasten, een deugdzaam leven leiden en onze idealen nastreven. Ik schreef aan mijn vader dat ik de Joodse religie had opgegeven en ik gaf aan hoe dankbaar ik was dat ik bevrijd was van het Judaïsme met zijn slavernij van ceremoniën.

Geestelijk arm

Ik behaalde mijn doctorstitel en vestigde mijzelf als advocaat. Ik ontmoette een leuke jonge vrouw en na enige tijd vroeg ik haar om met mij te trouwen. Zij kwam uit een katholiek gezin. Toen haar priester hoorde dat zij met een Jood wou trouwen, bedreigde hij haar met excommunicatie. Haar ouders waren ook sterk tegen onze plannen. Toen ze in tranen bij me kwam, zei ik, “Wij zijn beiden intellectuelen en hebben geen religie nodig. Laten we ons vanaf nu alleen aan filosofische principes houden.” Zij volgde haar hart en tot mijn grote vreugde wilde ze met me trouwen. Nu hadden wij elkaar en dat was alles wat we nodig hadden. Mijn bedrijf groeide snel en in materieel opzicht ontbrak het ons aan niets. Maar geestelijk waren we arm, blind en naakt!

Verlangen naar rust

In Duitsland was het in die tijd gewoonte om lid te zijn van een kerk, of je nu religieus was of niet. Mijn vrouw vertelde me af en toe hoe ze zich soms schaamde omdat zij nergens lid was. Ik wilde haar graag helemaal gelukkig zien en ik stemde erin toe dat we ergens lid zouden worden. Maar in de synagoge ontdekte zij dat de Joodse tradities niets voor haar betekenden en ik kon op mijn beurt niet instemmen met de Rooms Katholieke leer. Er groeide een verlangen naar vrede en rust in mij. Mijn hart verlangde naar ‘iets’.

Zenuwinzinking

In 1914 brak de oorlog uit en werd Duitsland in de ellende gestort. In 1922 verloor Duits geld zijn waarde. Toen ik me realiseerde dat ik al mijn geld was kwijtgeraakt, kreeg ik een zenuwinzinking. Een buurman was bezorgd over mijn geestelijke toestand en bezocht mij vaak. Op een dag liet hij tegen mijn wil een Nieuw Testament achter. Maar na enige tijd begon ik het toch te lezen. Ik was meteen heel erg gefascineerd door de wonderlijke woorden. Ik had altijd gedacht dat dit Boek de mensen leerde om de Joden te haten, maar tot mijn verrassing ontdekte ik, dat het tegenovergestelde het geval was.

Gebed uit de diepte

In die tijd was ik fysiek en geestelijk een wrak. Bij tijden was ik totaal wanhopig en zag ik zelfmoord als de enige uitweg. Op een avond was ik ontsteld door de duisternis in mijn ziel. Voor de eerste keer in mijn leven knielde ik neer in mijn kamer om te bidden. Ik riep met een luide stem, “O God, is Jezus onze Messias? Ik moet het weten!” Ik kan niet zeggen hoe lang ik in tranen tot Hem bleef roepen, maar opeens was er een stralend licht. Het leek sterker dan de zon, maar de glans deed geen pijn aan mijn ogen en was niet verblindend. Ik was geschokt, voelde me als verlamd en ik kon mijn ogen niet van dat schijnende, verbazingwekkende licht afwenden. Langzaam ontwaarde ik midden in dit licht een figuur van onbeschrijfelijke schoonheid.

Verschijning van Jezus

Zijn gezicht straalde oneindige ontferming uit en Zijn ogen gaven me een geweldige troost. Zijn kleding was witter dan sneeuw. Hij was niet oud, al zag ik in Hem wel de wijsheid die met de jaren komt. Hij was niet jong, maar ik bemerkte in Hem de puurheid en frisheid van idealistische jeugdigheid. Ik was volledig bij bewustzijn en bleef gefascineerd op mijn knieën zitten. Toen kwam tot mijn grote verbijstering en angst deze wonderlijke figuur naar mij toe. Hoe dichter Hij bij me kwam, hoe angstiger ik werd. Ik wilde roepen, maar mijn stem brak. En terwijl ik daar hulpeloos lag, strekte Hij Zijn handen uit, legde ze op mijn hoofd en sprak met een heldere, warme stem deze troostende woorden, “Mijn kind, Mijn kind, Ik ben de Messias, Ik ben de Messias. Geloof in Mij, geloof in Mij!” Terwijl ik Hem aanstaarde, keek Hij me vol liefde aan en verdween voor mijn ogen. Een diepe stilte vulde de kamer. Ik herinnerde mij dat ik was ziek was en naar bed moest gaan. Ik stond op en alle pijn en het zieke gevoel leken wel verdwenen te zijn! Ik voelde me volmaakt gelukkig. Ik realiseerde me dat ik Jezus van Nazareth had gezien, de Koning van de Joden, mijn Verlosser.

Keerpunt

Mijn leven veranderde totaal, ik werd een ‘nieuwe schepping in Christus Jezus’. In het verleden was ik tevreden over mijn eigen goede werken. Maar hoe meer ik leerde en hoe beter ik probeerde te leven, hoe onzekerder ik werd. Ik kwam in angstwekkende duisternis terecht.. Totdat ik Hem op die dag zag, in dat heerlijke licht en Zijn doorboorde handen en voeten zag! Ik zag mijn gekruisigde Koning en ik hoorde Zijn heerlijke stem, “Kom tot Mij, vrees niet, Ik heb de wereld overwonnen.” Toen vond ik hoop, vreugde en blijdschap. In Jezus vond ik alles waar een mens ooit naar kan verlangen. Hij nam mijn onzekerheid weg, Hij vergaf mijn zonden, Hij legde een nieuw lied in mijn mond. Hij zette mijn voeten op de Rots, zodat ik nu weet: “Mijn hoop is alleen gebouwd op Zijn Bloed en Zijn gerechtigheid. Ik sta op de stevig rots, Jezus Christus, en alle andere grond is drijfzand!”

Geroepen voor het Joodse volk

Wij moesten ons huis uit en door Gods liefdevolle voorzienigheid kwamen wij bij twee gelovige zusters terecht. Op een dag haalden zij mijn vrouw over om met hen mee te gaan naar een evangelische samenkomst. Daar kwam zij ook tot geloof, het geloof dat Jezus Christus de Messias is. Wij waren zo gelukkig dat wij beiden dezelfde Verlosser hadden gevonden!

Arthur voelde zich geroepen voor zijn volk. Hij richtte de Hebrew Evangelistic Society op en vele Joden vonden de Messias.

Bron: Arthur U. Michelson. My Life Story: Out of Darkness into Light. The Jewish Hope Publishing House