Estelle Stewart, ’Zonder Hem had ik geen leven’

Estelle StewartIk ben nu zo’n twintig jaar een Joodse gelovige in Jesjoea. Ik ben het enig kind van oudere ouders. De familie van mijn moeder woont sinds het midden van de negentiende eeuw in Liverpool. Mijn vader was een Poolse Jood die naar Engeland kwam aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hij is de enige van zijn familie die deze oorlog heeft overleefd. Mijn grootmoeder, naar wie ik ben vernoemd, stierf in het concentratiekamp in Treblinka, samen met drie oudere zussen van mijn vader, hun echtgenoten en hun kinderen. Mijn grootvader stierf toen mijn vader een kleine jongen was.

Wij zijn anders

Mijn ouders trouwden in 1947 in de Fairfield synagoge in Liverpool. Mijn moeder voerde een koosjere huishouding. Wij vierden alle feesten en bovenal de Sabbat en bezochten de synagoge iedere week. Iedereen die ik kende was Joods. Mijn moeder kwam uit een gezin met negen kinderen. Als kind had ik daardoor veel neven en nichten om mee te spelen. Al heel jong wist ik dat de heidenen anders waren dan wij. Mijn vader zei: “Mine kinder, vroeger of later zullen de heidenen je in de rug steken.” We wisten dat we één hand vrij moesten houden om een koffer te kunnen dragen voor het geval we weer zouden moeten verhuizen.

Soekot

Ik wist al heel vroeg dat Jezus de Messias was, maar omdat ik Joods ben, wist ik dat Hij niet voor ons was. Wij geloven in één G-D, maar de heidenen geloven in drie goden.
Wij behoorden tot een orthodoxe synagoge waar ik altijd samen met mijn moeder boven in de vrouwengalerij zat. Ik herinner mij een dag in deze synagoge. Ik herinner me zelfs nu nog dat ik naar beneden ging waar de mannen zaten. Het was Soekot en we gingen allemaal naar buiten om in de soeka te eten. Iemand, ik weet niet wie, zei: “Wij wachten op de Messias.” En ik zei: “Hij is al geweest.” Ik herinner me dat iemand mij een klap gaf. Hierna zei ik nooit meer iets over de Messias, voor een lange, lange tijd.

Verlies van geloof

Ik verloor mijn geloof nadat mijn geliefde moeder na een lange strijd met kanker overleed. Zij stierf slechts enkele weken voor mijn huwelijk met Peter in 1975. Peter was een heiden. Net als ik had hij niet veel op met religie. Hij was opgegroeid in de Anglicaanse Kerk. Zijn familie zette een kerstboom en at vis op Goede Vrijdag. Ik had mijn moeder voor zij stierf beloofd dat ik onze kinderen Joods op zou voeden. Mijn echtgenoot had hier geen bezwaar tegen. We kregen twee kinderen, Brian in september 1976 en Debora in april 1978. Brian had zijn Bar Mitswa toen hij dertien jaar was.

Huwelijksproblemen

Tegen 1996 stond ons huwelijk op springen. Mijn oudste vriendin Hilary kwam mij opzoeken. Zij was een Liverpoolse en woonde al vele jaren in Eastbourne in East Sussex. Zij nam de trein terug naar Liverpool om mij te bezoeken. Ze vertelde mij dat ze christen was geworden. “Doe niet zo gek, je was toch altijd al christen”, zei ik. Ik had geen idee waar ze over sprak. Dit was tegen het einde van 1996. Toen kreeg ik een brief van haar vriendin Margaret. Zij woonde ook in Eastbourne. Zij stuurde mij haar getuigenis, voordat ik ook maar wist wat een getuigenis was. Margaret bracht mij ook in contact met Christian Witness to Israel. Zij gaf mij een telefoonnummer en liet het aan mij over of ik dit wilde bellen.

Niet de enige Jood

Ik las en herlas de brief van Margaret vele malen. Uiteindelijk belde ik iemand die ik helemaal niet kende. Ik kreeg een heel vriendelijke dame, genaamd Elizabeth, aan de lijn. Ik zei: “Mijn naam is Estelle en ik geloof in Jezus”. Ik dacht dat ik de enige Jood was die geloofde dat Jezus onze beloofde Messias was. Zij vertelde mij dat ik niet de enige was. Het was zo goed om dit te horen. Elizabeth vertelde me dat ze me op zou komen zoeken. Zij woonde in Nantwich in Cheshire, een rit van twee uur naar Liverpool. Daarna werd ik in contact gebracht met een geweldig christelijk echtpaar dat zei dat zij messiaanse christenen waren. Zij gaven mij mijn eerste complete Bijbel. Maar voor het geval dat ik misleid werd, las ik eerst mijn eigen Joodse Bijbel. Ik had een Joodse school bezocht, maar had deze Bijbel nog nooit geopend. Dus ik las eerst mijn eigen Bijbel. Daarna las ik de volledige Bijbel en begon bij Genesis. Toen ik bij de Briet Chadasja, het Nieuwe Testament, kwam, kwamen de woorden tot leven.

Geen leven zonder Hem

Ik las over onze Joodse Messias. Zijn naam is Yeshua, Hij is Joods, Hij was Joods geboren en Joods gestorven. Hij was niet die blonde Engelsman met blauwe ogen, zoals ik altijd dacht. Ik wil graag zeggen dat mijn echtgenoot en ik weer samen kwamen na een breuk van twee jaar. We waren beiden apart tot geloof gekomen, dank u Heer! We zullen ons 40-jarige huwelijk later dit jaar vieren.
Yeshua is niet slechts een deel van mijn leven. Zonder Hem zou ik geen leven hebben.