Isaac Da Costa, ‘Ik zag de vervulling van de profetieën’ (1798 – 1860)

Isaac da Costalsaac Da Costa werd in 1798 in Amsterdam geboren in een vooraanstaande Sefardisch-Portugese koopmansfamilie en ontving een Joodse opvoeding. Hoewel zijn vader uiterlijk de Sefardische gebruiken volgde, wat hij niet bepaald orthodox.
Isaac was een zeer begaafde man, die de ontwikkelingen in de maatschappij, de staatkunde, de kerk, de wetenschap en de kunst aan Bijbelse fundamenten wist te relateren. Hij sprak tien talen en was al op zijn drieëntwintigste gepromoveerd in de letteren en de rechten. Hij oefende grote invloed uit op de politiek, ging in tegen dwaalleren en hield tientallen jaren elke zondagavond Bijbellezingen, waarvan er ook een aantal op schrift zijn verschenen.

Zijn jonge jaren

Als tiener geloofde Isaac, dat Jezus een licht was, dat uit Israël op ging om de heidenen te verlichten. De geschiedenislessen op de Latijnse school lieten hem zien dat de boeken van Mozes historisch echt waren. Dit was voor hem een reden om in de Goddelijkheid van het Oude Testament te gaan geloven. Later ging hij zien dat Israëls geschiedenis alleen begrepen kon worden door het uitverkoren volk te beschouwen als een natie van God.

De profetieën vervuld

Toen lsaac 22 jaar was, ging hij het Nieuwe Testament lezen. Dat kwam door zijn contact met de grootste dichter uit zijn tijd, Bilderdijk. Deze legde hem niet alleen de beloften uit die God deed aan Abraham, lzak en Jakob, maar liet hem ook zien, dat de ware christen dezelfde verwachting heeft als de Joden. Namelijk dat op Gods tijd de Messias als Koning op de troon van David zal heersen.
Isaac zelf schrijft over zijn bekering: “Ik ging het Nieuwe Testament lezen. Ik las dat onuitsprekelijk verheven (ongehoorde en ongelooflijke) en gezegende woord: “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God” (Johannes 1:1,14). Ik begon een afschuw te krijgen van zonde, waarvoor de Redder zelf vleesgeworden was, en de dood aan het kruis had geleden. Ik zag de vervulling van de profetieën in Jesaja 11, 53, 61 en in de Psalmen 22 en 110. Ik aanbad, ik geloofde en gaandeweg beïnvloedde dit geloof mijn geweten en mijn praktiseren. Religie was niet langer enkel verheven speculatie of een groot nationaal belang. Ik ontdekte dat ik eigendom moest worden van Jezus Christus, dat ik voor en door Hem moest leven.”
Isaac de Costa, zijn vrouw Hannah Belmonte en zijn vriend Abraham Capadose laten zich in 1822 in de Pieterskerk in Leiden dopen.

Thema’s in zijn werken

Kenmerkend voor hem zijn de steeds weer terugkerende thema’s in zijn gedichten, werken en verkondiging: de onfeilbaarheid der Schriften; de drie-eenheid van God; het God-en-mens-zijn van Jezus; Diens verzoenend lijden en sterven; de beloften voor Israël en Jezus’ wederkomst in heerlijkheid. Het thema Israël legde hij in aparte boeken en stellingen uiteen. Isaac hamerde erop dat het Oude Testament vol staat van profetieën over het nationale herstel van Israël. Israël zal zich als volk bekeren en God zal hen opnieuw aannemen. In het evangelie van Lukas wordt aangekondigd dat Jezus Christus Koning van Israël zal zijn die over het huis van Jacob zal regeren (Lukas 1:26-33). Als opdracht voor de gemeente van Jezus Christus zag hij de liefde en het gebed voor Israël, het onderzoek van de profetieën over Israël en de prediking van het Evangelie aan Israël.