Karol Joseph, ‘Door mijn angsten was ik altijd bang’

Karol Beth JosephOp 16 augustus 1952 ben ik in Boston geboren, als derde van vier kinderen. Mijn ouders waren beiden Joods. Mijn leven werd beheerst door mijn angsten, ik was altijd bang. Ik groeide op in Newton, zo’n 8 kilometer van Boston, in een gemeenschap die zo Joods was, dat ik slechts één niet-joods meisje kende op de basisschool. Ik heb nooit getwijfeld of God wel bestond. Ik wist dat Hij met Abraham, Izak en Jacob had gesproken en was verdrietig dat Hij niet met mij praatte, hoewel ik verschillende gesprekken probeerde aan te knopen. Ik had God lief en wilde Hem behagen. Toch wist ik dat ik tekortschoot. Ik bad niet genoeg en we hielden ons ook niet aan alle wetten. Daarom kon ik Hem Zijn stilzwijgen niet kwalijk nemen.

Holocaust

Op de Joodse school kreeg ik Hebreeuwse les van meneer Cohen. Ik vond hem nogal nors, maar op aanraden van mijn moeder maakte ik een praatje met hem. Tijdens ons gesprek rolde hij zijn mouw op en zag ik nummers op zijn arm getatoeëerd. Hij vertelde me dat zijn vrouw was vermoord in een concentratiekamp. Meneer Cohen was de eerste Holocaustoverlevende die ik ooit had ontmoet. Later keken we thuis een film over de Holocaust. We zagen beelden van een groep naakte mensen in een kamer en mijn vader legde uit, dat hen werd wijsgemaakt dat ze zouden gaan douchen, maar dat ze in werkelijkheid naar gaskamers zouden gaan om te sterven. “Dat is wat heidenen met Joden zullen doen”, zei hij. Vanaf dat moment wist ik, dat we dicht bij elkaar moesten blijven, zodat zoiets als de Holocaust nooit meer zou kunnen gebeuren.

Mijn angsten hield ik verborgen

Mijn betrokkenheid bij de synagoge verminderde nadat ik mijn Bat Mitswa had gedaan en de Hebreeuwse school was afgelopen. Ik ging alleen nog maar tijdens feestdagen en bijzondere gebeurtenissen, zoals bruiloften. Ik was cultureel een Joodse, maar ging niet op zoek naar geestelijke antwoorden in het Judaïsme. Allerlei religies passeerden de revue. Ik was op zoek naar iets van betekenis en iets dat me zou kunnen helpen om mijn angsten te overwinnen. Om de een of andere reden leken angsten mijn leven te beheersen. Als kind was ik bang voor vuur. Als jongvolwassene was ik bang om mijn appartement te verlaten. Stel dat mijn auto het begaf of iemand zou inbreken als ik weg was en me dan zou opwachten en kwaad willen doen? Niemand wist van mijn angsten; ik hield ze zorgvuldig verborgen.

Een intelligente christen

Na mijn afstuderen wilde ik nog een hogere graad halen in gezondheidsbeleid. Voor mijn tentamen economie vroeg ik Chris, een medestudent, of hij me bijles wilde geven. Op een avond raakten we in discussie over abortus en bemerkte ik tot mijn verbazing dat Chris er tegen was. Toen ik hem vroeg hoe hij zo’n bekrompen standpunt kon hebben, vertelde hij me dat hij christen was. Met mijn 32 jaar had ik nog nooit eerder een belijdend christen ontmoet. Naar mijn mening was de Bijbel een mengeling van Joodse geschiedenis, mythen en goed moreel onderwijs, maar niet het Woord van God. Het was verrassend dat zo’n intelligent iemand als Chris de Bijbel letterlijk geloofde. De vrede die Chris had, maakte nog meer indruk op mij. Hij was altijd rustig. Zijn geloof was heel vast. Hij wist meer van mijn Bijbel en meer over de Joodse geschiedenis dan ik. Hij wist dingen waarvan ik vond dat ik ze als Joodse had moeten weten. Hoewel ik daar jaloers op was, wist ik dat wat hij geloofde niet voor mij kon zijn; ik was tenslotte Joods.

Toen Chris me Jesaja 53 liet zien, kon ik niet geloven dat dit uit de Joodse Bijbel kwam. Thuisgekomen checkte ik meteen mijn eigen Bijbel. Het gedeelte bleek precies hetzelfde. Tot mijn verbazing leek het helder de christelijke kijk op Jezus te verwoorden. Ik probeerde op allerlei manieren Chris in zijn geloof aan te vallen. “Geloof je ECHT dat God de wereld heeft geschapen, zoals de Bijbel beweert?”, vroeg ik hem eens. “Absoluut. Jij niet dan?”, antwoordde hij rustig. “Geloof jij ECHT dat een amoebe uit een waterplas is gesprongen en uiteindelijk tot mens is ontwikkeld? Zeg eens, waar heb je meer geloof voor nodig?”, daagde hij mij uit. Dat zette me aan het denken.

Toen twee bekende christenen betrokken waren bij een groot schandaal, greep ik mijn kans om Chris hiermee te confronteren. “Nou, Chris, leg me dat maar eens uit”, riep ik met de krantenpagina in mijn hand. Hij was er niet van onder de indruk. “Karol, dat zijn maar mensen”, zei hij eenvoudig, “mensen zullen altijd fouten maken en vallen. Beoordeel Jezus niet op wat mensen doen, maar op wat Hij heeft gedaan”. Dat was de laatste keer dat ik hem probeerde uit te dagen.

Ik zag een advertentie van ‘Jews for Jesus’ in de Boston Globe en bestelde het gratis boekje ‘Getuigenissen’. Een tijdje later ontving ik een brief van Jews for Jesus met de vraag of ik nog meer informatie zou willen hebben. Ik bestelde een folder en gaf aan dat ik wel met iemand van hun organisatie wilde praten.

Strijd tegen overgewicht

Naast mijn angsten had ik ook een serieus eetprobleem. Soms lijnde ik zo erg, dat het leek of ik anorexia had, maar meestal at ik veel te veel. Ik wist dat ik dit niet zelf kon oplossen en zo kwam ik bij een anonieme groep voor mensen met overgewicht terecht. Daar leerde ik, dat ik dit niet in eigen kracht kon overwinnen en me moest overgeven aan God (zoals ik Hem meende te kennen). Ik bad God om hulp en bemerkte dat Hij mijn gebeden beantwoordde en mij stap voor stap hielp om te genezen. Tijdens één van mijn dagelijkse gebeden, drong een vraag zich aan mijn hart op: “Wat doe je nu met Jezus?”. Ik vroeg me af of deze vraag van God kwam. Ik was ervan overtuigd dat de Joodse God niet wilde dat ik Jezus geloofde, maar ik besloot het Hem te vragen. Drie weken lang vroeg ik God iedere ochtend om me te laten zien of Jezus werkelijk de Messias was.

Heimelijk was ik bang om in Jezus te geloven, omdat ik wist dat mijn vrienden en familie mij als een verrader en buitenstaander zouden beschouwen. Ik was ook bang dat ik gedwongen zou worden mijn politieke overtuiging te veranderen. Maar als ik mijn angsten afwoog tegen de mogelijkheid een persoonlijke relatie te hebben met de God van het heelal, was de keuze toch niet zo moeilijk? Drie weken later, tijdens een lunch met Chris, keek hij me aan en zei: “Ik denk dat je er klaar voor bent om Jezus aan te nemen”. Op dat moment wist ik, dat ik dat al gedaan had.

In de straten van New York

Wonderlijk genoeg werd ik een week later gebeld door ene Steve van Jews for Jesus, als reactie op de kaart die ik een aantal maanden eerder had gestuurd. Toeval?
Hij gaf me iedere week Bijbelstudie en hielp me met de vragen en zorgen die ik had als Joodse gelovige in Jezus. Op een gegeven moment nodigde hij mij uit om te evangeliseren. Dat leek me helemaal niets voor mij, maar tijdens een samenkomst sprak de Heere tot mijn hart. En zo belandde ik met knikkende knieën vanuit de metro in de drukke straten van New York. Op Times Square zag ik pooiers, prostituees en drugsverslaafden. “Dit kan gevaarlijk worden”, dacht ik hardop. Ik was zo bang, dat ik het liefste wilde verdwijnen. Op de hoek van de straat stond een man vurig uit de Schriften te preken en mijn hart vulde zich met blijdschap. Daarna had ik een fijn gesprek met een Joodse vrouw, die aan het eind van ons gesprek de Heere Jezus wilde aannemen. Aan het einde van de avond merkte ik dat ik niet bang meer was en dankzij Hem is mijn angst voorgoed verdwenen!