Michael Brown, van drugs naar een discipel van Jezus

Als vijftienjarige jongen is Michael Brown al berucht om zijn drugs gebruik. In een poging zijn vrienden bij een kerk weg te halen, wordt hij zelf geraakt door het Evangelie. Maar hoe kan een Jood in Jezus geloven? Bekijk zijn bijzondere getuigenis: “Michael Brown, van drugs naar een discipel van Jezus”.




Ondertiteling van youtube video

Ik zal nooit vergeten wat er op deze hoek van de straat met me gebeurde het eerste weekend van september, 1971. Ik nam genoeg drugs voor dertig personen, ik deed mijn ‘drugsbeer’ reputatie eer aan. Maar deze keer ging ik te ver. Lopend vanaf de bushalte raakte ik gedesoriënteerd, slechts een paar straten bij mijn huis vandaan. Hier ging ik zitten. Om half twee ’s ochtends. Ik dacht dat ik gek werd. Ik dacht dat ik gestorven was en naar de hel gegaan. Maar wat toen gebeurde, bewijst dat waarheid vreemder is dan fictie. Ga mee op mijn reis van LSD naar professor doctor.

Ik deed mijn bijnamen op school eer aan – ‘Drugsbeer’ en ‘IJzeren man’. Maar dit keer was ik te ver gegaan. Zelfs voor mij was een ons mescaline te veel. Terwijl ik daar zat om half twee ’s nachts dacht ik dat het voorbij was en ik schreeuwde het uit: “Ik brand in de hel”, “Ik word geroosterd in de hel”. Tot mijn schrik kwam een vriend van mijn ouders langs, die zijn hond uitliet. Ik herinner me nog dat ik me afvroeg, waarom hij zijn hond in de hel uitliet. Toen hij wegliep, nam ik een besluit. Ik ging het net zo doen als mensen in de film. Ik ging er een eind aan maken. De volgende auto die langskomt, daar spring ik voor. Een paar minuten later hoorde ik een geluid vanuit deze hoek komen. Het was een auto en ik besefte ‘dit is mijn moment’. Ik zag het licht van de koplampen de hoek om komen. Ik sprong voor de auto, deed mijn handen in de lucht en hij stopte, een paar centimeter voor me. Het waren mijn ouders. Als het iemand anders geweest was, was ik dood geweest.

Maar wat deed ik daar eigenlijk, helemaal buiten zinnen? Hoe kon een aardige Joodse jongen als ik zo in puin liggen? Waarom dacht ik aan de hel? Laat me teruggaan naar het begin. Ik ben in 1955 in New York geboren. Mijn vader was een vooraanstaande advocaat aan het hooggerechtshof. Mijn ouders waren gewoon gelukkig getrouwd. Mijn opvoeding was zoals die van de meeste conservatief Joodse kinderen in die tijd. We verhuisden naar Long Island toen ik bijna zeven jaar was. Zoals de meeste van mijn vrienden had ik gewoon lol, deed aan sport, ging naar school, bleef uit de problemen.

Maar toen veranderde er iets. Het begon allemaal onschuldig. Ik begon te drummen toen ik acht jaar was en ik werd echt goed. Ik kreeg privéles. Ik heb zelfs op een studioalbum gespeeld toen ik vijftien was. Mijn favoriete muziek was rock en na mijn Bar Mitswa in de synagoge in 1968 wilde ik in een rockband. En later dat jaar zag ik de Jimmy Hendrix experience. O man, ik wilde zijn als Jimmy en zijn band. Dus toen ik net veertien jaar oud was, bood iemand me ‘pot’ aan. Ik dacht ik ga proberen high te worden. Maar toen ik het rookte, gebeurde er helemaal niets. Dat was intrigerend, dus probeerde ik hasj en sterkere drugs te roken, maar er gebeurde nog steeds niets. Dus gebruikte ik pepmiddelen en kalmeringsmiddelen, LSD, en raakte echt aan de drugs. Maar ik zei ‘dat is het, hier trek ik de grens’. Ik gebruik niets sterker dan dit.

Het probleem is, dat we onszelf net zo gemakkelijk voor de gek kunnen houden als anderen. En ik besefte niet, dat ik snel naar beneden afgleed. Al gauw begon ik speed te gebruiken. Toen begon ik speed te spuiten. Natuurlijk was ik er zeker van dat ik nooit een naald in mijn arm zou prikken. Toen ontdekte ik heroïne en ik begon het te spuiten en was er gek op. Ik was pas vijftien jaar oud. Toen ik zestien was, begonnen mijn schoolcijfers te dalen. Mijn leven was slechts gevuld met drugs, rockmuziek en rebellie. Mijn vrienden en ik deden gekke dingen. We braken voor de lol in bij mensen. We braken in bij deze dokterspraktijk. We experimenteerden met de medicijnen die we vonden, we spoten adrenaline. We deden nog iets idioots. Ik zal het je laten zien. We zochten steeds onze grenzen op. Twee keer klommen mijn vrienden en ik naar de top van die enorme schoorstenen. Ik bedoel die hele grote daar en we rookten daar ‘pot’. Gewoon om iets wilds te doen. We waren cool. We deden wat we wilden. Ooit zouden we beroemde rocksterren zijn.

God had andere plannen. Mijn twee beste vrienden vonden twee zusjes leuk, wiens oom voorganger was en hun vader had jaren voor hen gebeden. De meisjes begonnen naar deze kleine kerk te gaan. Ze werden erdoor aangetrokken. Dus gingen mijn vrienden naar die kerk, gewoon om wat tijd met hen door te brengen. Het sprak hen aan en ze waren geïnteresseerd. De vraag is: “Wat in vredesnaam zou twee totaal niet religieuze drugsgebruikende hippies interesseren?”

Maar er is geen vraag. We waren totaal in de war. We spoten drugs in onze aderen. Voor het grootste deel hadden we gewoon een goede tijd terwijl we high werden. Terwijl we drugs gebruikten bij rockmuziek, muziek luisterden en speelden, naar concerten gingen, high. Ze brachten je in een nieuwe wereld. En ik leefde voor die concerten, ik zag Janis Joplin, Jim Morrison, The Doors, etc. Ik ging keer op keer naar de film ‘Fillmore East’ , ik zag The Who en Jefferson Airplane, Grateful Dead, en Jethro Tull en Led Zeppelin en Ten Years After en al die verschillende bands. Maar naast de drugs en de rockmuziek was er nog iets aan de hand. Het leek wel of iedereen in die tijd over spirituele dingen sprak. Iedereen had het over leven na de dood, de ultieme realiteit. Dus werden we high, luisterden naar muziek, maakten muziek en we speculeerden. Dus toen mijn vrienden naar de kerkdiensten gingen, gebeurde er iets interessants. De mensen in deze kleine kerk praatten over God alsof ze Hem persoonlijk kenden. Ze spraken over bovennatuurlijke ervaringen die ze hadden. En beetje bij beetje werden mijn vrienden erdoor geraakt.

Waarom keren mensen zich naar God? “Sommige mensen wenden zich tot iets om een leegte te vullen, als er leegte in hun leven is. Mensen gaan ergens heen waar die leegte gevuld kan worden. Sommigen keren zich tot religie, een soort van formule, maar enkelen daarvan zullen een echte relatie met God krijgen en genezen worden.” “Iedereen heeft iets nodig in zijn leven als houvast dat kan religie zijn, of een goed leven leven, het kan familie zijn, het kan Jezus zijn.” “Ik weet dat voordat ik terugkeerde tot het christendom, ik nogal gedwongen werd toen ik jong was. Weet je, ik ging lange tijd zonder dat het me aansprak. Weet je, ik deed een hoop slechte dingen, die kinderen doen. Weet je, als ze opgroeien tot jonge mannen, ik geloofde slechts dat het me iets gaf om in te geloven.”

Toen mijn vrienden echt begonnen te veranderen besloot ik dat de maat vol was. Ik ga ze uit die idiote religie halen. Ze waren opgegroeid als gewone christenen, maar nu geloofden ze echt in Jezus. Ze waren anders. Ze wilden niet meer met me feesten. Dus nam ik een besluit. In August 1971, ik was zestien jaar oud, zei ik: “Ik ga naar dit kerkgebouw hier, ‘The Springfield Assembly of God’ dat is waar mijn vrienden naartoe gingen. Ik ga deze religie bespotten.” In plaats daarvan werd ik geconfronteerd met echte liefde.

Hier was ik, met mijn lange haar, hippie uiterlijk, slechte manieren en gemene geest. En deze oudere mensen in pakken en dasjes en jurken, omarmden me. En zonder dat ik ervan afwist, besloten sommigen dat ze vanaf die dag voor me zouden gaan bidden. Als er geen God zou zijn, zou bidden een zinloze oefening zijn. Ik herinner me uit mijn drugstijd dat ik een keer tijdens eens van de Joodse feesten een dienst in de synagoge bezocht met mijn ouders en ik las het gebedenboek en al die lofuitingen naar God, en zei tegen mezelf: “Het lijkt of God een enorme egotripper is”. Voor mij was het allemaal een grap en ik leefde een decadent en slecht leven. U moet weten dat de eerste keer dat ik dat kerkgebouw binnen kwam, een jonge vrouw in haar dagboek schreef: “De antichrist komt naar de kerk”. Ik zondigde waar ik maar kon en stal zelfs geld van mijn eigen vader. Ik verraadde mijn beste vrienden. Ik nam iedere drug, die ik maar nemen kon, van ‘angel dust’ tot cocaïne, en spoot LSD, zonder enig lichamelijk effect. En het rare is, ik voelde me daar twee volle jaren niet schuldig over. En toen begonnen deze mensen te bidden en er begon iets bij mij te broeden, Ik begon me slecht te voelen. Ik gebruikte drugs, zoals ik gewend was en probeerde net als altijd te gaan slapen, maar ik kon het niet. Ik bleef de hele nacht wakker. Ik voelde me ellendig. Wat doe je je ouders aan, je vrienden, wat voor een ellendeling ben jij. De Bijbel noemt dit overtuiging van zonde. En dat was wat er met me gebeurde. Ben je ooit door betrapt door God?

Uiteindelijk besloot ik 12 november 1971 naar een andere kerkdienst te gaan. Als Jood een kerkdienst bezoeken, was een beetje lastig, maar dat was niet mijn grootste probleem. Mijn grootste probleem was trots. Ik was niet van plan toe te geven dat ik het fout had en het tweede was mijn levensstijl. Ik hield van mijn manier van leven, ondanks de schuldgevoelens. Zelfs als God bestond en Jezus de Verlosser was, was ik niet van zin te veranderen. Ik wilde een rockster worden.
Aan het einde van de dienst vroeg de voorganger of iemand Jezus wilde aannemen. Ik wist niet wat het betekende. Maar ik dacht: “Ik zal naar voren gaan en al de oude mensen die voor me aan het bidden waren, krijgen daar een kick van, omdat ik zo’n onverbeterlijke zondaar ben.” En dus ging ik en hij zei: “Zeg dit gebed na”. En ik zei de woorden. Er gebeurde iets, alsof er een licht binnen in mij aan ging en ik besefte dat ik dit echt geloofde. Ik geloofde echt dat Jezus voor mijn zonden gestorven was, ik dacht dat het waar was.

Maar ik had een probleem. Ik wilde niet veranderen. Ik had net een grote hoeveelheid cocaïne gekocht en ik dealde. Ik zou naar huis gaan en die nacht cocaïne spuiten. Dus bad ik een gebed, ik zei: “God, als ik vanavond thuiskom, als U niet wilt dat ik high wordt als ik cocaïne gebruik, zorg dan dat er niets gebeurt met me.” Ik rookte ‘angel dust’ en daarna spoot ik cocaïne, maar ik merkte niets. Dat trok mijn aandacht. Ik dacht – oké, dit is ernst -, dus zes weken lang werd ik heen en weer geslingerd. Heen en weer. De ene dag werd ik high, de andere dag ging ik naar de kerk. Spoot de ene dag heroïne, ging de andere dag naar de kerk. En uiteindelijk op 17 december 1971 in datzelfde kleine kerkgebouw werd ik vervuld met de vreugde van God. Ik kreeg echt een openbaring van hoeveel God van mij hield en ik dacht: “Hoe kan ik in vredesnaam op deze manier leven?” en daar op datzelfde moment besloot ik: “Zo is het genoeg. Ik steek nooit meer een naald in mijn arm!” En vanaf die dag was ik totaal veranderd.

Mijn ouders waren ontzettend blij met de verandering in mijn leven. Tenslotte waren ze erg bezorgd om mijn drugsgebruik, maar toen zei mijn vader: “Dat is geweldig, maar nu moet je terugkeren tot het Judaïsme.” Dus bracht hij me naar de plaatselijke rabbijn. Ik was alleen maar blij dat ik hem over mijn geloof kon vertellen. Na een paar maanden van gesprekken zei hij: “Je moet een paar andere Joden ontmoeten, meer religieuze Joden, zoals jij, behalve dan dat zíj gelijk hebben.” Hij zei: “Jouw probleem is dat je niet weet wat echt Judaïsme is omdat je niet opgegroeid bent in het traditionele Judaïsme.” Dus bracht hij me naar Brooklyn om een aantal ultraorthodoxe Joden te ontmoeten. Ze waren uit de Chassidische hoek en een aantal rabbijnen was gespecialiseerd in het omgaan met mensen zoals ik.
Ik begon met deze mensen te praten en ze leken ernstig, ze leken geestelijk georiënteerd. En ik zag hun synagoge en zag alle mannen met hun lange baarden bidden. Ik had nog nooit zoiets gezien. Ze zagen er een stuk Joodser uit dan ik, als kerkganger. En toen gingen we zitten praten en we gingen van Bijbelvers naar Bijbelvers. Maar op alles wat ik zei, hadden ze een antwoord. Hoewel sommige argumenten mij niet zo sterk leken, kon ik ze niet overtuigen van wat ik geloofde. En zij zaten daar met hun Hebreeuwse Bijbels opengeslagen, zij studeerden al van kinds af aan Hebreeuws. Ik kon het niet eens lezen. Ik kon me nauwelijks het alfabet herinneren. Ik had een Engelse vertaling. Ze waren vriendelijk, maar ze bleven tegen me zeggen: “Weet je, die Engelse vertalingen zijn absoluut verschrikkelijk.”

Nu zat ik in een lastig parket, ik wist dat ik een echte ervaring met God had gehad. Ik wist dat mijn geloof in Jezus echt was. Maar ik wist dat ik een antwoord moest hebben op de bezwaren die de rabbijnen opwierpen. Dus besloot ik dat ik het zelf ging uitzoeken. Ik zou Hebreeuws gaan studeren. Ik zou de Bijbelse talen gaan leren. Ik zou alles over het traditionele Judaïsme te weten komen. En ik zou de waarheid volgen, waar dat ook toe zou leiden. Dat moest ik.
Ik wil niet dat je politiek correct bent, maar gewoon eerlijk. Waarom denk je dat mensen zich tot God keren? “Ze zijn bang voor de dood.” Bang voor de dood. “Zonder geestelijk thuis.” “Je laatste strohalm, laatste redmiddel voor als je aan de grond zit.” Maar wat als ik volkomen gelukkig ben met mijn leven? Zoals in mijn geval, ik gebruikte drugs ik wilde een grote rockster worden. Ik drumde in een rockband, dus ik was heel gelukkig, terwijl ik een waanzinnig leven leidde. Was dat OK? “Ja, nee, ja… raakte je op een gegeven moment aan de grond?” Nee, ik hield van de manier waarop ik leefde. Maar ik kwam tot de conclusie dat God er niet van hield. Met andere woorden, het is niet alleen mijn realiteit, dat is zoals de meesten van ons leven, “het is gewoon mijn ruimte. Ik wil gewoon doen wat goed voelt.” Maar de vraag is, is er absoluut goed en kwaad, is er absolute waarheid. Dus zelfs als ik houd van wat ik doe, houdt God er misschien niet van. “Ik groeide op als een heel conservatieve christen, maar nu ben ik er allemaal niet meer zo zeker van.” Dat is interessant. Wat maakt je onzeker? “Ik weet het niet. Ik weet het echt niet.” “Jawel, dat doe je wel.” “Waarom is dat het rechte pad?” “Druk van haar familie.” “Waarom is dat het rechte pad? Als je een goed mens bent. Hoe zit het met al die andere mensen, die andere dingen geloven.” Laten we zeggen, ik geloof dat dit Californië is en jij gelooft dat het Mongolië is en jij gelooft Montana en jij dat het Porto Rico is. We kunnen dat vurig geloven en zeggen: “Ik weet het zeker, mijn ouders hebben me dat verteld.” Maar dat verandert de waarheid niet.

Wat denk je over Joden die in Jezus geloven? “Jezus was Joods. En de kerk van de eerste eeuw was bijna helemaal Joods in het eerste stadium. Dus is het behoorlijk Joods om in Jezus te geloven.” “Voor ons is het een mysterie, wie de volgende Messias zal zijn. Dus kunnen we zijn naam niet zeggen en iedereen die zou komen is welkom.” “Er zijn geen Joden voor Jezus. Je bent ofwel een Jood of niet. Je bent geen Jood voor Jezus.”

Dus hoe serieus nam ik de bezwaren van de rabbijnen? Op een dag, nadat ik hen weer een paar uur gesproken had, ging ik naar huis en bad tot God. Ik schreeuwde het uit naar God: “Als het voor mij als Jood verkeerd is om in Jezus te geloven, zal ik het geloof verlaten, hoe gek ik ook lijk. Maar als Jezus echt onze Messias is, dan ga ik Hem volgen, hoeveel afwijzing ik ook van mijn eigen volksgenoten zal ervaren.” Kijk, ik was bereid om tegen de stroom in te gaan voor drugs en rockmuziek. Natuurlijk kan ik tegen de stroom ingaan voor God. Weet je, door de jaren heen heb ik iets heel interessants ontdekt. Mensen zijn zo verlamd door de meningen van anderen, ze zijn zo gehypnotiseerd door religieuze tradities, ze stoppen nooit om aan God te vragen of ze wel goed bezig zijn. Ze onderzoeken zelfs nooit de mogelijkheid of Jezus misschien toch onze Messias kan zijn. En zoveel als ze me bekritiseerd hebben, ze stopten nooit om hun eigen hart en leven te onderzoeken. Ik zou zo niet kunnen leven.

Ik was vastbesloten de dingen tot de bodem te onderzoeken, dus bracht ik meer tijd door met de rabbijnen. Ik bracht Jom Kippoer, Grote Verzoendag met de Babich familie door, gewoon om het van binnenuit te bekijken. En ik ging studeren, ik haalde een bachelors graad in Hebreeuws. En toen haalde ik mijn master en doctorsgraad in Midden-Oosterse talen en literatuur aan de Universiteit van New York. Ik wilde onafhankelijk zijn van de woordenboeken. Ik wilde niet lezen wat de commentaren zeggen. Ik wilde de grondtekst zelf kunnen lezen. Ik bestudeerde elk mogelijk bezwaar van de rabbijnen, dat ik kon vinden. Kijk, als de waarheid aan onze kant is, hebben we niets te vrezen. Dus debatteerde, sprak en bediscussieerde ik met rabbijnen, contra-zendelingen en Joodse professors. Ik deed zoveel mogelijk publieke debatten. Het werd mijn beleid om voor ieder debat een contract te ondertekenen dat het debat in onbewerkte vorm geheel openbaar mocht worden gemaakt. Laat ik het nog een keer zeggen: “We hebben niets te verbergen.” Maar na een tijdje gebeurde er iets vreemds. Hoe meer ik studeerde, hoe meer ik leerde, hoe minder debatten ik had. Er gingen zelfs zeven jaar voorbij, zonder dat er ook maar één rabbijn met me wilde debatteren. En je begint je af te vragen: “Zou dit een goed solide bewijs kunnen zijn voor ons geloof? Zou het kunnen dat de Hebreeuwse Schrift werkelijk naar Jezus wijst, Jesjoea als de Messias? Zou het kunnen dat de rabbijnen het mis hebben?”

Hoe kun je absoluut overtuigd zijn? Ik ben er 100% zeker van. Ik zou er voor kunnen sterven op dit moment, zonder aarzeling. Wat zou jou volkomen overtuigen? “Over wat?” Is er werkelijk een God, is Jezus werkelijk de Verlosser, is dit Gods weg? “Wat geloof is.” Wat je gelooft. “Hoe kun je er zeker van zijn? Nou ja, het is geen wiskunde, weet je. Dat kun je niet. Je kunt het niet bewijzen.” Maar kan God het aan je duidelijk maken? “Ik denk dat er een zeker bewustzijn van binnen is dat je hebt, dat ú heeft. Maar weet je, hoe je dat bereikt, dat is jouw weg. Als u anderen helpt om op die weg te komen, prima. Je moet het zelf vinden.” Dit is wat ik aan jullie voor wil stellen. God kan Zichzelf bekend maken. Net zoals iemand die weet dat hij verliefd is en de rest van zijn leven samen wil zijn, dat ze passie gevonden hebben en weten dat ze voor elkaar gemaakt zijn. God kan maken dat je het zeker weet. Als je alleen in je kamer bent en niemand je ziet en er geen druk is van buitenaf, zeg je gewoon: “God als dit waar is, zorg dan dat ik het zo zeker weet, dat niets me er meer vanaf kan brengen”. Hij weet hoe Hij dat moet doen. “Deed Hij dat met u?” Natuurlijk. “Hoe?” Het was een proces van vijf weken van 12 november tot 17 december 1971. Toen ik diep van binnen begon te voelen dat mijn manier van leven verkeerd was voor God. Twee jaar lang kon me dat helemaal niets schelen. Ik voelde me nooit schuldig. En toen, op een avond, gewoon in een dienst van een kleine kerk, zongen we dwaze kleine liedjes. Ik was gewend aan Led Zeppelin en Jimmy Hendrix. Door deze kleine kerkliedjes raakte ik overspoeld met het bewustzijn van Gods liefde voor mij. Ik begreep dat Hij om mij gaf, zoals niemand anders dat deed. Jezus stierf echt voor mij. En Zijn vreugde overspoelde me, anders dan alles wat ik kende, welke goede of slechte ervaring dan ook zoals drugs en dergelijke, de blijdschap stroomde door me heen. En ik kende de waarheid van de liefde van God, daar op dat moment. Ik zei: “Ik zal nooit meer een naald in mijn arm steken.” Dat zei ik meer dan 35 jaar geleden. “Wat heeft u gedaan in die 35 jaar?” Nou, ik ben 31 jaar getrouwd, heb twee kinderen, vier kleinkinderen, haalde een doctorsgraad aan de NYU, heb 20 boeken geschreven, over de hele wereld gereisd, ben directeur van drie Bijbelscholen en ik probeer mensen te helpen.

Die mensen stelden een paar heel goede vragen. Hoe geef je daar antwoord op? Alle verschillende wereldreligies, Hindoes, Boeddhisten en Moslims, en iedereen, ze denken allemaal dat ze gelijk hebben. Maar zie je, dat is het bewijs dat er iets mis is, omdat ze niet allemaal tegelijk gelijk kunnen hebben. Vooral als sommigen van hen zeggen dat ze de enige ware weg tot God zijn. Als Jood kan je zeggen dat je het Judaïsme hebt. Maar hoe zit het dan met de rest van de wereld? Hoe zit het dan met alle andere mensen? Judaïsme is voor Joden gemaakt. Maar Jezus is er voor iedereen. Hoe ver je ook van God bent af geweest, hoe goed of slecht je ook bent. We schieten allemaal te kort, we hebben allemaal genade nodig, we hebben allemaal hulp nodig. En dat is de boodschap over Jezus, dat is de boodschap van het Evangelie, wat letterlijk ‘het goede nieuws’ betekent. Gods Zoon nam al onze zonden en tekortkomingen en falen op Zich en stierf, zodat wij konden leven. Je zegt: “Hoe kun je daar zeker van zijn, al die andere mensen, al die meningen. Hoe kun je daar zo zeker van zijn?” Dat is precies de vraag die deze mensen stelden. En het antwoord is eenvoudig. God kan het je laten weten. God kan maken dat je het zeker weet. Hij kan op zo’n manier in jouw leven werken, dat je geen vragen meer hebt. Niet alleen om je verstand te bevredigen, maar in het diepst van je hart, kun je tot de absolute overtuiging komen dat Hij bestaat en dat Jezus de enige Weg tot de Vader is.
Dus laat ik je deze vraag stellen, is het zo moeilijk stil te staan en het aan God te vragen, oprecht vanuit je hart: “Laat mij de waarheid zien. Laat mij de waarheid zien en ik zal volgen” Is het echt zo moeilijk om dat te doen? Jij vraagt. Hij zal antwoorden en je zult verbaasd zijn wat er gebeurt.