Paul Liberman, ‘Hoe de Here mijn leven heeft geleid’

Paul LibermanAls kind werd Paul in de synagoge diep geraakt door de woorden uit Psalm 118:22 “De steen die de bouwlieden versmaad hebben, is tot een hoeksteen geworden.“ “Wat of Wie kan die Steen zijn?”, vroeg Paul zich af. “Die Jezus van Nazareth soms, waartegen de rabbijn zo waarschuwt?”

Geen bevredigend antwoord

Ik was nog maar acht jaar, toen ik allerlei vragen over God op mijn ouders begon af te vuren. Maar hun antwoorden waren weinig bevredigend. Ik wilde daarom graag naar een orthodox-joodse school gaan. Mijn vader was daar vanwege de hoge kosten niet echt gelukkig mee, maar mijn moeder wist hem over te halen. Toch heeft deze school bepaald geen geestelijke doorbraak in mijn leven bewerkt.

Geld… mijn nieuwe godsdienst

Toen ik na mijn opleiding wat begon te verdienen, werd mijn belangstelling voor godsdienst verdrongen door de begeerte naar geld. Vijftien jaar lang was dat mijn religie. Door mijn vervolgstudie aan een liberale universiteit, begon ik zelfs te betwijfelen of er wel een hoger Wezen bestond.
Omdat mijn baan weinig financieel succes beloofde, besloot ik mijn economische ambities vaarwel te zeggen en de politiek in te gaan. Dit verliep voorspoedig. Alles wat ik deed, had succes. Vervolgens kreeg ik een interessante baan op een handelskantoor in Washington. De vreugde was echter van korte duur. De man die me had aangenomen, werd de laan uitgestuurd en niet lang daarna wachtte mij hetzelfde lot.

Zorgen over de toekomst

In die onzekere situatie maakte ik me zorgen over mijn toekomst. Zoekend naar werk maakte ik veel gebruik van het openbaar vervoer. In de bus kwam ik dikwijls een advocaat tegen, die de hele tijd over zijn Bijbel gebogen zat. Op een keer raakten wij met elkaar in gesprek. Ik vertelde, dat ik vond dat de gebeurtenissen in het leven soms zo ongewoon verliepen, dat het leek of alles voorgeprogrammeerd was. “Er moet dus een programmeur zijn”, zei ik. Door mijn Joodse naam wist hij dat ik Joods was. Hij wees me in het Oude Testament op de profetieën die wijzen op de nieuwe staat Israël. Dit vond ik zo interessant, dat ik daarna steeds weer naast hem ging zitten.

300 Messiaanse profetieën

Op een keer vroeg hij me doordringend: “Wat doe je om in de hemel te komen?” “Ik probeer een goed mens te zijn en verder hoop ik er maar het beste van”, antwoordde ik. “Maar volgens het Oude Testament, dat zo nauwkeurig de toekomst bekendmaakt, is een bloedig offer nodig om de zonden verzoenen”. Toen hij over bloed begon, wilde ik niet verder met hem praten. Net voordat ik boos de bus uitstapte, gaf hij me een boekje waarin meer dan 300 messiaanse profetieën stonden uit het Oude Testament. Deze spraken me zo aan, dat ik naar een bibliotheek ging om ‘het verhaal van Jezus’ te gaan lezen.

God aan mijn kant!

Na het lezen van het Nieuwe Testament kon ik niet begrijpen, waarom wij Joden zo weinig achting voor Jezus hadden. Hij deed niets anders dan de mensen helpen. Zou Hij werkelijk de Messias kunnen zijn, zoals Hijzelf zei? Ik bad: “Als U werkelijk God bent, maak mij dan duidelijk of ‘de timmerman van Nazareth’ de Messias is.” Ik was op een kritiek punt gekomen. Mijn gebed was oprecht geweest en als God dat niet kon horen, wist ik zeker dat Hij een fictie was. Maar als er werkelijk een God was, Die de Messias had gezonden, wist ik dat Hij mijn smeekbede zou verhoren en dat Jezus mijn Messias was.
Ik las in die tijd ook veel over andere godsdiensten, maar niets raakte mij zo als de Bijbel. De Bijbel bestaat uit vele boeken geschreven door verschillende mensen over een lange periode. Het leek echter of al die Boeken door één Auteur waren geschreven. Langzaam begon de waarheid van het Evangelie in mijn hart door te dringen. “Wat mensen er ook van zeggen…,” zo overlegde ik, “als God aan mijn kant staat, wat doet het er dan toe!”

Gek geworden?

In de daaropvolgende maanden leerde ik een aantal andere Joodse gelovigen kennen. En die contacten had ik nodig ook, want twee jaar lang heeft mijn vrouw gedacht, dat ik gek was geworden. Iemand zei tegen me: “jij bent de enige Bijbel, die zij misschien ooit zal lezen.” Ik begreep de boodschap en besloot haar daadwerkelijk te laten zien dat ik veranderd was. God bewerkte, dat ook zij het Nieuwe Testament ging lezen en tot geloof kwam.

Een dubbele identiteit?

Maar nu was er een nieuw probleem. Hoe moesten we onze kinderen opvoeden? We wilden niet, dat ze een dubbele identiteit zouden hebben: Jood en christen. En mijn vrouw voelde zich alleen gelukkig, als ze samen met andere Joodse gelovigen tot God bad. Al het andere vond ze in strijd met haar Joodse erfgoed. Bezorgd over de eenheid in ons gezin, ging ik met de andere gelovigen praten over het stichten van een Nieuwtestamentische gemeente in onze eigen Joodse stijl. Zij waren eveneens gemotiveerd en zo hielden we op 18 mei 1973 onze eerste dienst. We hadden een Joodse evangelist uitgenodigd en later kregen we een Joodse voorganger voor onze kleine groep.
Na verloop van tijd kon ik mij full time wijden aan het geestelijke werk. Wij hebben ons gevestigd in Israël en ik ben betrokken geraakt bij het leiderschap van verschillende Messiaanse organisaties en gemeenten in de Verenigde Staten en Israël.

Op wonderlijke wijze is het verlangen van mijn jongensjaren om God te leren kennen en om voor Hem beschikbaar te zijn in vervulling gegaan. Wat een rijkdom om je leven door de Here te laten leiden!