Rabbijn Isaac Lichtenstein, ‘Ik heb Jezus mijn Messias lief’ (1824-1909)

Isaac LichtensteinIsaac Lichtenstein is een gerespecteerde rabbijn in Hongarije. Het antisemitisme in zijn land drijft hem ertoe het Nieuwe Testament te gaan onderzoeken. Hij wordt gegrepen door wat hij leest en vindt het ware Judaïsme. Hij besluit onder zijn eigen volk te blijven en hen te verkondigen dat Jezus de Messias is.

Hoe durf je?

Isaac Lichtenstein is nog geen twintig jaar oud wanneer hij rabbijn wordt. Na een dienst van verscheidene jaren in diverse gemeenten in Noord-Hongarije vestigt hij zich in Tápiószele. Daar zal hij ongeveer veertig jaar onafgebroken de plaatselijke Joodse gemeente dienen.
Op een dag, in het begin van zijn loopbaan, laat een onderwijzer van een Joodse school aan rabbijn Lichtenstein terloops een Duitse Bijbel zien. Terwijl de rabbijn de bladzijden omslaat, valt zijn blik op de naam ‘Jesu Christi’. Woedend slingert hij de Bijbel door de kamer, waar het achter een stapel andere boeken terecht komt. “Hoe durf je zo’n boek in je bezit te hebben”, verwijt hij de zich van geen kwaad bewuste leraar. Wonderlijk genoeg blijft de Bijbel zo’n dertig jaar op diezelfde plaats liggen, vergeten en onder een dikke laag stof.

Antisemitisme en het Nieuwe Testament

Dan, tijdens een hevige golf van antisemitisme in het plaatsje Tiszaezlár aan de Tisza, worden dertien Joden in de gevangenis geworpen. Zij worden ervan beschuldigd een christelijk meisje te hebben gedood, om haar bloed voor rituele doeleinden te gebruiken. Zoals altijd is deze satanische beschuldiging vals en ongegrond.
Dit incident echter brengt rabbijn Lichtenstein op de gedachte, dat er iets in de leer van het Nieuwe Testament moet zijn, dat de vijandschap tegen de Joden aanwakkert. Terwijl hij tussen zijn boeken snuffelt, stuit hij op de Duitse Bijbel, die hij daar dertig jaar tevoren woedend had neergesmeten. Hij pakt het boek op. Allerlei herinneringen flitsen door zijn hoofd, bittere ervaringen en verdriet waaronder hij sinds zijn jeugd door de hand van mensen die zich christenen noemden, had geleden.
Het is geen wonder dat Lichtenstein de mening was toegedaan dat Christus Zelf de plaag en de vloek van de Joden moest zijn. Opmerkelijk is het daarom, dat juist de anti-joodse misdaad in Tiszaezlár, waarbij velen de naam van Christus als dekmantel voor hun praktijken misbruikten, de rabbijn ertoe drijft voor de eerste keer het Nieuwe Testament te lezen.

Nieuw en toch vertrouwd

Weifelend opent Isaac Lichtenstein het boek, slaat de bladzijden om en leest. “Ik werd direct gegrepen door de kracht en de rijkdom van hetgeen geschreven stond in een boek dat voorheen voor mij ‘verzegeld’ was. Alles scheen zo nieuw en toch ook weer erg vertrouwd. Het was alsof een goede bekende zijn versleten reiskleding had afgelegd en in feestkleding was verschenen, als een bruidegom in zijn trouwkostuum”. Lichtenstein kan maar tot een conclusie komen, “Jezus is de Messias!”
Enkele jaren houdt de rabbijn Lichtenstein zijn ontdekking in zijn hart verborgen. In zijn synagoge begint hij echter nieuwe dingen te verkondigen, die zijn toehoorders interesseren, maar ook versteld doen staan. Op den duur kan de rabbijn zich niet langer inhouden. Wanneer hij op een sabbat over de witgepleisterde graven sprak, geeft hij openlijk toe, dat hij zijn onderwerp uit het Nieuwe Testament heeft genomen. Vervolgens spreekt hij vrijuit over Jezus als de Messias, de Verlosser van Israël.
Kort daarna geeft rabbijn Lichtenstein zijn ideeën gestalte in drie uitgaven, die grote opschudding veroorzaken onder de Joden, niet alleen in Hongarije, maar overal in Europa. En geen wonder! Hier is een oude, gerespecteerde rabbijn, die nog steeds zijn ambt vervult, maar tegelijkertijd zijn mensen oproept zich te scharen onder de banier van Jezus van Nazareth.

Het ware Judaïsme

Zoals te verwachten breekt er van Joodse zijde een storm van protest over hem los. Lichtenstein, die eerst werd gerekend tot een van hun meest nobele leiders en leraars, wordt nu beschreven als ‘een schandvlek’, een afvallige die zich aan zendelingen heeft verkocht. Hij moet verschijnen voor het rabbinaat in Boedapest. Lichtenstein blijft standvastig. Hij geeft aan dat hij in het Nieuwe Testament het ware Judaïsme heeft gevonden en dus gewoon bij zijn gemeente zou blijven. Ondanks de smaad en vervolgingen die over hem worden uitgestort gaat de rabbijn door te leren en te prediken vanuit het Nieuwe Testament. Christelijke organisaties die zijn diensten zoeken antwoordt hij met: “Ik blijf onder mijn eigen volk, ik hou van de Messias, ik geloof in het Nieuwe Testament; maar het trekt me niet om tot het Christendom over te gaan”. Hij blijft onder zijn eigen broeders, om hen Jezus als de ware Messias van Israël voor te stellen. Meer dan twintig jaar getuigt Lichtenstein in vele delen van Europa van de waarheid in de Messias.

Blijvend op de bres

Tegen het einde van zijn leven hebben de jaren van onbegrip en vijandigheid diepe sporen in zijn leven getrokken. Toch blijft zijn geest sterk en fris. “Geliefde Joodse broeders”, schrijft hij, “Ik heb de leeftijd van tachtig jaar bereikt. Terwijl anderen van mijn leeftijd vol vreugde de vrucht van hun arbeid oogsten, ben ik alleen, omdat ik mijn stem verhief tot waarschuwing. Ik ben het mikpunt van spotters geworden, die me met de vinger nawijzen. Maar zolang ik leef zal ik op de bres blijven staan, ook al sta ik daar alleen. Ik zal blijven luisteren naar Gods Woord en uitzien naar Zijn wederkomst in Sion. Israël zal de wereld vervullen met zijn vreugderoep: “Hosanna, voor de Zoon van David! Gezegend is Hij die komt in de naam des Heren! Hosanna in de hoge!”